Wanneer een paard een wond heeft, zal deze moeten genezen. Een wond heeft weefsel nodig om het gat dat is ontstaan weer op te vullen. Dit weefsel wordt granulatieweefsel genoemd. Bij wild vlees wordt de vorming van dit weefsel niet geremd en blijft het groeien of het groeit de verkeerde kant op. De huidranden van de wond kunnen dan niet meer naar elkaar toe groeien. Er bestaat meer kans op de vorming van wild vlees wanneer de wond vuil is of veel dood weefsel bevat.
Wild vlees is te herkennen aan overmatig weefsel. Op de plek van de wond ontstaat een soort bloemkool.
Wild vlees bij een paard is vrij eenvoudig te behandelen. Het overtollige weefsel kan weggesneden worden. Het bevat geen zenuwen, maar wel veel bloedvaatjes. Hierdoor zal het paard er niet veel van voelen, maar kan het wel heftig bloeden. De vorming van wild vlees kan geremd worden door speciale zalven te gebruiken. Raadpleeg hiervoor en bij wild vlees in het algemeen de dierenarts.