Welke fouten worden er bij afspenen gemaakt?
Er zijn verschillende varianten om jouw veulen af te spenen;
- Vroegere of latere speenleeftijd
- Abrupte of geleidelijke scheiding van de merrie
- Individuele scheiding of groepshuisvesting
Over het algemeen wordt de abrupte methode toegepast in combinatie met een jonge speenleeftijd, denk dan tussen de 3 en 4 maanden. Om meteen met de deur in huis te vallen; dit is een absolute DON’T! Het veulen wordt niet alleen van de ene op andere dag bij zijn of haar moeder weg gehaald, maar tegelijkertijd moet het veulen per direct omschakelen van moedermelk naar alleen ruwvoer en krachtvoer. Voor de ontwikkeling van het veulen is dit een behoorlijke domper en dat wil je als fokker/eigenaar natuurlijk voorkomen. Vaak vertonen veulens bij vroege speenleeftijd abnormaal gedrag.
De abrupte manier wordt vaak ingezet omdat het makkelijk en snel is. Er hoeft geen aparte box vrij gemaakt te worden, het kost minder tijd en vaak denkt men dat het ook fijner voor de merrie is. Maar de ontwikkeling speelt hierin zo’n belangrijke rol, dat het ten kosten kan gaan van de gezondheid van het veulen, ook op latere leeftijd. Het is daarom van groot belang om zowel het veulen als de merrie voldoende tijd te geven om ze geleidelijk aan het idee te laten wennen. Wanneer dit geleidelijk aan gebeurd, in alle rust en vertrouwen, gaat het proces van wennen voor beide partijen vaak heel vloeiend en wordt onrust gauw omgezet naar rust.
Uit onderzoek is gebleken dat een geleidelijke scheiding van merrie en veulen de stress op laag niveau houdt. Daarnaast geeft een latere en geleidelijke scheiding omtrent voeding een zeer kleine kans op gedragsproblemen, zoals stalondeugden op zowel korte als lange termijn.
Wanneer is de beste timing?
Dé must rondom afspenen is een geleidelijk proces waarin de merrie en veulen voldoende tijd krijgen om aan het idee te wennen. Het mooie van een latere en geleidelijke scheiding is dat de merrie dit onderling al regelt met haar veulen. Wanneer het veulen er ‘te lang’ bij loopt volgens de merrie, komt dit heel mooi naar voren in het (natuurlijke) gedrag van de merrie. Zo zie je bijvoorbeeld steeds meer dat de merrie haar veulen op de plek zet indien nodig of wanneer het veulen wil drinken en de moeder dit idee vervolgens afkapt. Hierdoor leert het veulen om zelfstandig te worden en dat hij/zij op een andere manier aan zijn of haar voeding moet komen. De overgang van moedermelk naar ruwvoer en krachtvoer zal geleidelijk aan plaats vinden, waarin het veulen niet van de ene op de andere dag een ander rantsoen heeft.
Zoals eerder besproken is het afspenen bij een 3-4 maand oud veulen veel te vroeg, maar wanneer is het dan de juiste timing? In de natuur blijven veulens tot de merrie bijna weer moet bevallen bij de moeder lopen. Ze zijn dan ongeveer 9 á 10 maanden oud en indien de merrie niet drachtig is, lopen veulens gerust een jaar bij de moeder. In gevangenschap worden veulens vaak eerder afgespeend om praktische redenen. De merrie gaat bijvoorbeeld de sport weer in of omdat ze opnieuw drachtig is en men de merrie de laatste maanden van de dracht rust wil geven. Een geleidelijk proces is zowel voor veulen als merrie een fijnere manier om de twee te scheiden, om zo (acute) stress te vermijden. Het mooiste is om het proces zo veel mogelijk te linken aan de natuurlijke wijze van afspenen. Hierbij hoef je niet te wachten tot het veulen 9 maand of ouder is (indien dat wel mogelijk is, doen!), eerder is ook zeker mogelijk. Denk hierbij aan een leeftijd vanaf 8 maanden.
Stapsgewijs afspenen
Hoe begin je met afspenen en waar moet je rekening mee houden?
- Laat je veulen mee eten met dezelfde brokjes en ruwvoer als die van de merrie
- Begin om de merrie eens bij het veulen weg te halen en bouw dit geleidelijk aan op, om de duur te verlengen
- Breng je veulen in contact met andere paarden zonder merrie. Eerst aan de hand om de veiligheid te waarborgen
- Vervolgens kan je beginnen om de merrie en veulen ’s nachts van elkaar apart te houden en overdag weer bij elkaar, dit is een mooie stap om een maand van te voren toe te passen als het afspenen gaat plaats vinden. Bijvoorbeeld rond de 7e maand als je vanaf de 8e maand gaat afspenen.
Heb je geen beschikking over een extra box? Laat het veulen dan zo lang mogelijk bij de moeder lopen en probeer aan de hand de twee al een paar keer te scheiden van elkaar en bouw dit op.
Opfok of toch een ander alternatief?
Een goede start van de sociale en fysieke ontwikkeling begint al tijdens de eerste maanden als je veulen nog bij de merrie loopt, maar ook na het afspenen is het belangrijk om deze ontwikkeling voort te zetten met soortgenoten. Tegenwoordig zijn er meerdere mogelijkheden waaruit je kan kiezen om je veulen te stallen na het afspenen. Zo is de opfok de meeste voorliggende optie voor velen, maar is dat wel de beste optie? Wat zijn de voor- en nadelen aan de opfok en welke opties zijn er nog meer? Wij praten je bij en bespreken de volgende opties;
Opfok versus gemengde kudde
Het kiezen van een opfok stal ligt bij veel mensen als een voorkeursoptie, omdat je veulen dan samen met leeftijdsgenoten opgroeit. Ondanks dat zitten er ook wat haken en ogen aan. Want een groep kleuters zet je ook niet in de klas zonder toezicht van een juf. Dit voorbeeld kan je ook aanhouden bij afgespeende veulens, enters en twenters. Tegenwoordig zie je het steeds vaker, verschillende leeftijdsklassen bij elkaar als kudde. Dit heeft namelijk een goed effect op de sociale en fysieke ontwikkeling van je veulen. Het geeft namelijk de beste opleiding en hierdoor ook de minste stress.
Jonge paarden leren door een gemengde kudde verschillende rollen en tegenover een volwassen paard, met meer levenservaring, zijn ze nog onderdanig. Hier ligt een verschil als je een gemengde kudde vergelijkt met alleen maar jonge veulens bij elkaar, want een groep welke bestaat uit jonge veulens, ontstaat meer dominantie en dit levert weer meer stress en onrust op. Het leren van volwassen paarden neemt veel stress weg en het draagt een steentje bij aan de ontwikkeling van het karakter van je veulen. Het resultaat van deze opleiding is dat je veulen op latere leeftijd beter kan omgaan met stress.
Jonge paarden leren van hun omgeving en anderen paarden. Stabiliteit is belangrijk, maar er moet ook voldoende uitdaging voor het dier zijn, een deel hiervan bestaat uit mensen. Paarden leren elkaar het natuurlijke gedrag en de regels die daar bij komen kijken, denk aan rangorde. De regel om niet bang te hoeven zijn voor een halster, borstel of bijvoorbeeld de hoefsmid vallen daar buiten. Daar zijn wij mensen voor nodig om dit jonge paarden in alle rust en vertrouwen aan te leren. Hoe eerder je hiermee begint, hoe beter je paard op latere leeftijd er mee om kan gaan.
In een opfok is het management rondom je veulen anders dan bij een gemengde kudde, omdat er geen ‘juf’ in het midden staat om ze aan te sturen. Jonge paarden moeten dan zelf achter bepaalde rollen komen en dit kan onrust veroorzaken in de kudde. Ze moeten leren van anderen en de omgeving. Bij een opfok zijn de opties om een gemengde kudde te creëren vaak niet mogelijk. Hierdoor ervaren jonge paarden een andere opleiding in de opfok, dan wanneer ze in een gemengde kudde lopen.
Voordelen gemengde kudde:
- Je veulen krijgt de kans op zijn/haar mentale en fysieke ontwikkeling via de beste opleiding te volgen, van volwassen paarden
- Het veulen leert verschillende rollen binnen de kudde, met de minste stress
- Het veulen leert goed om te gaan met stress
- De ontwikkeling van het karakter wordt positief beïnvloed doordat je veulen in een diverse kudde loopt met uitdagingen van buitenaf (omgeving)
- Groeit op in een stabiele en sociale omgeving tussen verschillende leeftijdsklassen
- Het veulen leert met uitdagingen omgaan, zowel met paard als met mens. Met de minste stress, wat weer bevorderlijk is voor later
- Een goed voerbeleid onder toeziend oog
- Veel vrije beweging in de kudde en in de omgang met zijn/haar mens
Nadelen gemengde kudde:
- Soms geen of weinig leeftijdgenootjes
Voordelen opfok:
- Veel leeftijdsgenootjes
- Grote inloop stal
- Socialisatie
- Vaak toegang tot onbeperkt ruwvoer
- Lager tarief
Nadelen opfok:
- De groep komt in de winter vaak weinig buiten (dag delen)
- Minder aandacht, gevolg is dat ze schuw kunnen worden
- Geen tot weinig uitdaging vanuit de direct omgeving
- Sneller kans op verwondingen door het vele spelen, maar dit kan natuurlijk in alle situaties gebeuren, ook in een gemengde kudde ??
- In sommige gevallen is er geen toestemming om je veulen uit de kudde te halen om bijvoorbeeld te poetsen
- Minder voeropname als je veulen in een lage rangorde zit. Dit kan wederom ook voorvallen in een gemengde kudde, maar dan zijn er meerdere mogelijkheden om er voor te zorgen dat je veulen in alle rust zijn porties voeding krijgt. In de opfok is dit lastiger, omdat ze vaak niet apart gehouden kunnen worden om te voeren
- Dominantie kan sterker naar voren komen door alle vrijheid in de kudde; dit ontwikkeld zich door de jaren heen ook als maar sterker en kan voor onrust zorgen tijdens het opleiden op latere leeftijd
Voeding management
Goed kwaliteit ruwvoer is dé basis, dat geldt voor alle paarden van jong tot oud. Bij jonge paarden is het van belang dat er voldoende vitaminen, mineralen, aminozuren en eiwitten in het voer zit omdat ze volop in de groei zijn. Een deel van deze voedingsstoffen zijn uit vers gras te halen en hooi. Het liefst onbeperkt toegang tot voeding vanwege het groeiproces.
Kijk goed naar het voerbeleid van jouw veulen, want in de winter is het bijvoeren van vitamine E soms ook nodig. Vitamine E kan ook in speciale veulenbrok zitten, dit geldt ook voor de nodige magnesium, calcium, aminozuren en eiwitten.
Ruwvoer blijft wel altijd de basis van een gezond dieet. Goed, kwalitatief ruwvoer ziet er als volgende uit:
- Langstengelig
- Het liefst onverpakt
- Kruidenrijk
- Voldoende vitamine, mineralen, aminozuren en eiwitten
- Onbeperkt toegang
Een grote must, beweging!
Veel beweging is erg belangrijk voor een jong paard! Voor het groeiproces moeten de botten sterker worden en dit gebeurd door belasting (vrije beweging). Als eigenaar van je veulen, enter en/of twenter wil je daarom ook dat je jonge paard zoveel mogelijk buiten komt. Een uitdagende omgeving is het mooiste, met verschillende hoogtes en ondergronden. Een zachte ondergrond, afwisselend met een harde ondergrond is stimulerend voor de hoefvorming. Daarnaast wordt balans en lichaamsgebruik meegenomen.
Een weiland van zachte ondergrond met rechte stukken biedt de bovenstaande uitdagingen niet, maar laten we wel voorop stellen dat dit altijd nog een betere optie is dan uren spenderen in een paddock of op stal. In het eerste levensjaar van je veulen is beweging van extra belang, om aandoeningen zoveel mogelijk te voorkomen, denk aan OC en OCD.
Bij OC krijgen de gewrichten niet de juiste vorm, omdat iets niet in orde is in de botvorming wat voort komt uit het kraakbeen. Bij OCD gaat dit nog verder en ontstaan er losse stukjes bot, ook wel chips genoemd, in het gewricht. Beide aandoeningen kunnen ontstekingen en pijn veroorzaken, het gevolg hiervan is kreupelheid. In sommige gevallen is dit genetisch sterker aanwezig, maar om de kans op ontwikkeling van de aandoeningen zo klein mogelijk te houden, is je jonge paard heel veel vrije beweging geven in combinatie met voldoende mineralen.
Wat kies jij?
Kan de huidige locatie waar jouw veulen staat, voldoen aan de bovenstaande voorwaardes omtrent een gemengde kudde? Dan is het niet nodig om je veulen naar een opfok te brengen. Indien er geen mogelijkheid is voor een gemengde kudde en je kiest voor opfok, bekijk dan verschillende locaties om de voor- en nadelen naast elkaar te houden. Kijk en bespreek goed jouw voorwaardes en probeer zoveel mogelijk de richtlijnen van een gemengde kudde aan te houden, want een goede en gezonde paardenopleiding zet zich voort in een kudde met verschillende leeftijdsklassen.