Paarden die dampig zijn, hebben moeite om ingeademde lucht weer uit de longblaasjes te krijgen. Door de vorming van overmatig slijm in de longen en longblaasjes, sluit dit slijm een groot deel van de uitgang van de longblaasjes af. Daarnaast bevat de uitgang ook een spierlaag in de wand die de longblaasjes openhoudt. Als deze gaat ontsteken, verkramp de spier waardoor er ook moeilijker lucht uit het longblaasje kan. Op die manier komt er steeds meer lucht in de longblaasjes, maar deze lucht kan er niet meer uit. Door de grote hoeveelheid lucht in de longblaasjes, kunnen ze beschadigen en gaat de elasticiteit van de longblaasjes verloren, omdat het kapotte longweefsel wordt vervangen door het veel minder elastische bindweefsel. De longblaasjes kunnen ook knappen, waardoor de longen niet meer goed kunnen functioneren (longemfyseem).
Vaak ontstaat dampigheid doordat de bronchiën, die uiteindelijk vertakken in de longblaasjes, geïrriteerd raken. Irritatie van de bronchiën kan veroorzaakt worden door het herhaaldelijk inademen van stof of ammoniaklucht. Ook een verwaarloosde verkoudheid kan tot irritatie van de bronchiën leiden.
Vaak ontstaat dampigheid doordat de bronchiën, die uiteindelijk vertakken in de longblaasjes, geïrriteerd raken. Irritatie van de bronchiën kan veroorzaakt worden door het herhaaldelijk inademen van stof of ammoniaklucht. Ook een verwaarloosde verkoudheid kan tot irritatie van de bronchiën leiden.
De symptomen van een paard dat dampig is, zijn een verminderd uithoudingsvermogen, een snelle ademhaling, hoesten en de kenmerkende dubbelslag bij het uitademen, waarbij er eerst een passieve uitademing is te zien, welke vanzelf gaat en daarna een actieve uitademing door gebruik te maken van de buikspieren. Ook kunnen dampige paarden neusuitvloeiing hebben.
Dampigheid is niet te genezen. De schade die in de longen is aangericht is niet meer te herstellen. De behandeling van dampigheid is vooral gericht op het verlichting bieden aan het paard.
Wanneer een ontsteking de oorzaak is van dampigheid, kan deze ontsteking behandeld worden. Als dampigheid het gevolg is van een stoffige omgeving, zorg dan dat deze omgeving zoveel mogelijk stofvrij wordt gemaakt en gehouden. Gebruik in de stal een bodembedekking die weinig stof bevat en zorg voor veel frisse lucht, door het paard zoveel mogelijk buiten te huisvesten. Houd dat de stal schoon, vrij van ammoniaklucht en strooi de stal alleen op als je paard er niet in staat. Geef je paard voordroogkuil, dit bevat minder stof dan hooi, of laat het hooi minimaal één uur weken in water om de meeste stof eruit te krijgen. Denk ook aan de training van het paard. Pas je training aan, aan datgene wat het paard aankan.
Wanneer een ontsteking de oorzaak is van dampigheid, kan deze ontsteking behandeld worden. Als dampigheid het gevolg is van een stoffige omgeving, zorg dan dat deze omgeving zoveel mogelijk stofvrij wordt gemaakt en gehouden. Gebruik in de stal een bodembedekking die weinig stof bevat en zorg voor veel frisse lucht, door het paard zoveel mogelijk buiten te huisvesten. Houd dat de stal schoon, vrij van ammoniaklucht en strooi de stal alleen op als je paard er niet in staat. Geef je paard voordroogkuil, dit bevat minder stof dan hooi, of laat het hooi minimaal één uur weken in water om de meeste stof eruit te krijgen. Denk ook aan de training van het paard. Pas je training aan, aan datgene wat het paard aankan.
Raadpleeg bij een vermoeden van dampigheid altijd een dierenarts! Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan behandelen in dit geval. Zorg dus altijd zoveel mogelijk voor een stofvrije en schone leefomgeving voor je paard. Ent je paard in tegen influenza en geef een goede cooling down na het trainen, laat je paard niet op de tocht staan na het trainen en gebruik eventueel een zweetdeken, die wanneer hij nat is en het paard droog, direct afgehaald moet worden.