Wat is het?
Normaal gesproken lopen de longen door hun elastische aard vanzelf ‘passief’ leeg en vergt dit weinig inspanning van de ademhalingsspieren. Dampigheid is een chronische ontsteking van de diepere luchtwegen (longblaasjes of bronchiolen) en kan ontstaan bij een verwaarloosde verkoudheid of irritatie van de luchtwegen, bijvoorbeeld als reactie op een stoffige omgeving of ammoniak houdende lucht in de stal. Hierdoor raken de kleinste vertakkingen van de longen ontstoken en verkrampt de omliggende spierwand die deze luchtwegen openhoudt. Dit bemoeilijkt de ademhaling en het paard zal zijn buikspieren moeten aanspannen om het laatste beetje lucht eruit te krijgen.
Symptomen
Door de chronische ontsteking wordt er littekenweefsel aangemaakt, wat de longcapaciteit van het paard verminderd. Littekenweefsel is stugger en vermindert de elasticiteit. Uitademen gaat moeilijker dan inademen, waardoor de longblaasjes overvuld met lucht raken en kunnen knappen. Er ontstaat onomkeerbare schade. Het paard moet actieve inspanning gaan leveren tijdens het uitademen, wat opvalt doordat de buikspieren aangespannen worden om uit te ademen.
Het paard kan daarnaast kan sloom overkomen en (chronisch) gaan hoesten. Daarbij kan er sprake zijn van een snellere ademhaling, slijmvorming, neusuitvloeiing, wijde neusgaten en/of beweging van de anus bij het uitademen.
Diagnose en behandeling
Met lichamelijk onderzoek kan de dierenarts vaststellen of er sprake is van dampigheid en in welke mate, eventueel in combinatie met andere diagnostische methodes zoals een longdrukmeting, bronchoscopie en een longspoeling. Doordat dampigheid niet te genezen is, is de behandeling gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van verdere irritatie van de luchtwegen. Daarbij is het belangrijk om de omgeving van het paard te verbeteren (schone stal, voldoende ventilatie, stofjes verminderen in bodembedekking en ruwvoer, e.d.) en zware inspanning te vermijden.
Preventie
Paarden hebben baat bij veel frisse lucht en een stofvrije omgeving. Zorg voor een stofarme bodembedekking en haal je paard altijd uit de stal bij het verwisselen van strooisel. Door de stal goed schoon te houden, kun je ook de hoeveelheid ammoniakdampen verminderen. Bij het trainen is een goede cooling down belangrijk. Een bezweet paard mag niet op de tocht staan en kun je het beste onder een zweetdeken laten opdrogen (en deze op tijd te vervangen voor een droge deken).
Twijfel je over de gezondheid van de luchtwegen van je paard?
Schakel dan direct je dierenarts in!
Lees het volledige artikel over dampigheid op Paardenarts.nl