Bij een overschot aan voedingsstoffen zal het paard, zodra het gaat werken, niet voldoende zuurstof aan kunnen voeren om alle vrijkomende energie te verbranden. Zo ontstaat een overschot aan afvalstoffen in de spieren, die daardoor verstijven. Het paard zal met kortere pas gaan lopen of wil zelfs helemaal niet meer willen bewegen.
Verschijnselen
Spierbevangenheid kent meerdere gradaties. Symptomen, van licht naar zwaar spierbevangen, zijn:
- omhoog gebogen rug
- stijve, pijnlijke achterhand
- gestrekt staan
- niet graag willen lopen
- soms krabben met de voorbenen
- stijve en sterk verkorte pas
- trillende spieren in de achterhand
- overmatig zweten
- stijf bewegen
- (donker) bruine urine
- stijf bewegen
- weigeren om te lopen
- angstig; verwijde neusgaten en een verhoogde hart- en ademfrequentie
- willen liggen
Diagnose & behandeling
Bloedonderzoek kan een vermoeden van spierbevangenheid bevestigen. Bij terugkerende spierbevangenheid kan een spierbiopt genomen worden om de achterliggende oorzaak te achterhalen.
Schakel altijd een paardenarts in om blijvende schade aan de spieren zoveel mogelijk te voorkomen. Totdat deze er is het paard in elk geval stilzetten, warmhouden, laten drinken maar niet laten eten en alleen vervoeren in geval van nood.
De behandeling hangt af van de ernst van de aandoening, maar zal bestaan uit een infuus en het toedienen van vitamine E en selenium om schadelijke stoffen snel af te voeren, naast pijnstillers/ontstekingsremmers om het herstel te bevorderen.
Het paard zal vervolgens doorgaans ten minste een week stalrust moeten hebben. Zorg dat het warm blijft, voorkom tocht, geef zeker de eerste dagen geen krachtvoer en kuilvoer en vermijd stress, zodat de spieren goed kunnen ontspannen.
Afhankelijk van de bloedwaarden en de bewegelijkheid van het paard zelf kan daarna rustig begonnen worden met stappen. Als de reactie goed is en de bloedwaarden het toelaten, kan de beweging weer langzaam opgebouwd worden.
Het is erg belangrijk de eerste tijd niet overmatig te voeren. In de herstelperiode is de kans op een nieuwe aanval namelijk het grootst. Een paard moet zeker 50-60% van zijn energie uit ruwvoer halen. Een ruwvoeranalyse kan daarom zinvol zijn.
Een goede balans tussen voeding, training en rust is dus belangrijk om spierbevangenheid te voorkomen. Zorg voor regelmatige training met een goede op- en afbouw, een stressvrije omgeving en geef je paard ook op rustdagen zoveel mogelijk vrije beweging.
Voor paarden die gevoelig zijn voor spierbevangenheid is een uitgekiend voederrantsoen zeer belangrijk, al dan niet aangevuld met een supplement. Vraag hierbij altijd een paardenarts om advies.