Spierproblemen
- Verminderde bespiering
Als de bespiering van je paard tegenvalt of bepaalde spiergroepen blijven achter in ontwikkeling check dan zeker of de trainingsoefeningen wel toereikend zijn en goed uitgevoerd (kunnen) worden. Mogelijk wordt je paard fysiek belemmerd door bijv. een slecht passend zadel. Daarnaast kan de voeding te weinig energie en eiwit bevatten. De variatie in het eiwitgehalte in ruwvoer is erg groot. - Spierstijfheid
Komt je paard wat stram uit zijn box of loopt hij in de training niet lekker los? Ga dan na of de vorige training niet te zwaar is geweest en of je paard wel goed hersteld is. Zo hebben jonge paarden meer tijd nodig om te leren en vaardigheid op te bouwen en kunnen nerveuze paarden moeilijk ontspannen. Dit kan zorgen voor spierspanning. Pas training en rantsoen aan op de behoefte van je paard. Een zouttekort (soms in combi met te weinig drinken) heeft een nadelig effect op herstel en stijfheid tot gevolg. Ook een te eiwitrijk rantsoen kan leiden tot verzuring en spierstijfheid. Bij opname van veel meer eiwit dan nodig is, geeft dit een extra werk voor lever en nieren. Het paard zal meer water drinken en meer plassen, maar kan ook last krijgen van een veranderde fermentatie in de dikke darm, met stinkende en soms slappere mest tot gevolg. - Spierbevangenheid
Dit kan in meerdere gradaties voorkomen, waardoor het soms lijkt op spierstijfheid of verward wordt met kreupelheid of hoefbevangenheid. Het paard gaat opeens met een korte pas lopen of wil plotseling helemaal niet meer lopen of wil zelfs gaan liggen. Het is een acute stoornis in de spierstofwisseling, met vooral verzuring van rug, lendenen en kruisspier. Bij spierbevangenheid breekt het paard spierweefsel af, waardoor pijnlijke spieren ontstaan en er veranderingen in het bloed en de urine (donkere urine) optreden. Soms gepaard met veel zweetverlies. Bloedonderzoek kan aantonen of er sprake is van spierbevangenheid, de oorzaak is dan echter nog niet helder en kan zeer divers zijn:
- Overmatige inspanning
Bijv. een te zware training als het paard nog niet in conditie is of ziek is, overmatig zweten of oververhitting. - Voerfouten
Ernstige tekorten van zouten, spoorelementen of vitamine E. Een overmatige hoeveelheid zetmeel en suikers kunnen factoren zijn bij spierbevangenheid. - Terugkerende spierbevangenheid
Heeft je paard terugkerende spierbevangenheid dan is nader onderzoek nodig naar de achterliggende oorzaak. Zo zijn er ook erfelijke typen van spierbevangenheid zoals PSSM (Polysaccharide Storage Myopathy) en RER (Recurrent Excertional Rhabdomyolysis). Door middel van bloed-, spier- of haaronderzoek kan de diagnose PSSM gesteld worden. RER is minder bekend en kan niet definitief vastgesteld worden.
Enkele tips..
- Zet bij vermoeden van acute spierbevangenheid je paard direct stil en bel je dierenarts. Deze kan pijnstilling toedienen maar bijv. ook extra vocht en eventueel vitamine E. Het paard mag wel ruwvoer eten maar geen krachtvoer.
- Bij herhaaldelijke aanvallen van spierbevangenheid is nader onderzoek nodig en voedingsadvies op maat van een voedingsdeskundige / dierenarts. Dit is geheel afhankelijk van de ernst van de aandoening en de behoefte (en gevoeligheid) van het paard. Paarden met PSSM en RER hebben vaak baat bij een aangepast rantsoen met beperkt zetmeel en suikers en een verhoogd vetaandeel.
- Vergroot je kennis over de voedingswaarde van het ruwvoer en doe een ruwvoeranalyse. Zo weet je wat je voert en wat je nog moet aanvullen.
- Laat krachtvoer achterwege als het paard aan ruwvoer genoeg heeft, aangevuld met een minderalen en vitaminen supplement. Vraag altijd je dierenarts om advies als je een supplement wilt gaan toevoegen aan het rantsoen van je paard.
De oorzaken van spierproblemen en dus ook de oplossingen ervan zijn zeer complex.
Raadpleeg daarom altijd je dierenarts.