Waarom behandelen we het gebit?
De tanden en kiezen van een paard groeien bijna hun hele leven door. Als de kaak niet in balans staat, kunnen de tanden en kiezen bij het doorgroeien in een verkeerde stand komen te staan. Hierdoor ontstaan gebitsproblemen.
Verschillende gebitsproblemen
We zien meestal (bijna) niks aan paarden met gebitsproblemen. Een paard is een prooidier waardoor hij niet snel laat zien dat hij pijn heeft. Als hij het laat zien zijn de problemen vaak al groot. Toch kunnen er verschillende problemen voorkomen wanneer je jouw paard niet op tijd laat controleren.
Bron: www.dierenkliniekommen.nl
* De groene cirkel bevat een wolfskies. De rode cirkel bevat een blinde wolfskies.
Diastase
Een diastase is de ruimte tussen 2 kiezen in. Door deze ruimte wordt het voer richting het tandvlees gedrukt. Doordat de ruimte aan het maalvlak smaller is dan bij het tandvlees kan het voedsel er vervolgens niet meer uit. Dit voedsel blijft zitten waardooor het tandvlees uiteindelijk gaat ontsteken. Dit is een zeer pijnlijk gebitsprobleem bij paarden. Bij jonge paarden kan de diastase door het wisselen van het gebit uiteindelijk weer verdwijnen. Bij oudere paarden kiezen we er vaak voor om te ruimte schoon te maken en uit te boren. Het voedsel kan er dan gemakkelijk weer uit. Het advies wordt dan geven om de paarden bijvoorbeeld bietenpulp te geven. Dit duwt minder in het geïrriteerde tandvlees.
Bron: www.defugelheiling.nl
Overbeet of onderbeet
Bij een onderbeet is de onderkaak langer dan de bovenkaak. Dit zien we meer bij kleine pony rassen. Een veel voorkomend probleem is een overbeet. Daarbij is de bovenkaak langer dan de onderkaak. De snijtanden raken elkaar nog wel of soms helemaal niet meer. Bij hele jonge paarden of pony’s kunnen we de stand nog een beetje corrigeren door de snijtanden bij te vijlen. Bij een veulen is een onder of overbeet al te zien. Het is belangrijk je veulen dus zo snel mogelijk te laten controleren. Hierbij is het ook belangrijk dat de paarden en pony’s vanaf de grond gevoerd worden. Zo staat hun kaak in de natuurlijke houden.
Bron: www.ac-dap.be
Bron: www.bokt.nl
Haken
Met haken op de kiezen bedoelen wij verhogingen van de kies. Voornamelijk gebeurt dit op de eerste kiezen boven en de laatste kiezen onder. De kaak staat niet in balans waardoor de kiezen kunnen doorgroeien en niet op een natuurlijke manier afslijten. Als er eenmaal een haak is ontstaan, kan het paard deze niet zelf meer corrigeren. Wanneer paarden deze haken hebben, kunnen ze moeite hebben met eten of last hebben tijdens het rijden bij een ophouding. Het bit komt dan tegen de haak aan.
Glazuurpunten
Glazuurpunten zijn punten van de kiesstructuur bij de bovenkaak zitten. Deze zitten aan de wangkant en bij de onderkaak voornamelijk aan de tongkant. De scherpe punten zitten horizontaal op de kies waardoor deze in de tong of wang steken. Deze punten hebben geen tegenoverliggende kiezen om op te slijten waardoor ze moeilijk door het paard zelf te onderhouden zijn. Deze haken kunnen pijn geven wanneer de neusriem strak zit. De punten drukken dan in het wangslijmvlies. Soms worden deze kiezen zo scherp dat ze wonden veroorzaken in de wang of tong. Paarden maken proppen van het voer en drukken deze tussen hun wang en de glazuurpunten in. Als de wang te vol wordt, zien wij deze proppen.
Bron: Pinterest
Snijtand afwijkingen
Ook bij de snijtanden kunnen afwijkingen zoals een smile, frons of diagonale afwijking ontstaan. Dit heeft ook allemaal weer te maken met het in balans staan van het gebit. Als het paard aan 1 kant van de kiezenrij pijn heeft, waardoor hij maar aan 1 kant maalt, dan is dit ook terug te zien aan de snijtanden. Aan één kant zijn de snijtanden meer afgesleten dan aan de andere kant. Dit noemen we dan een diagonaal gebit. Als een paard een ‘smile’ of een ‘frons’ heeft, dan maalt hij zijn voer niet maar kauwt hij zoals wij mensen dat doen.
Gebitsverzorger of toch de dierenarts?
Gebitsverzorgers maken de tanden toch alleen schoon en dierenartsen doen de rest toch? Gelukkig kunnen wij als gebitsverzorgers veel meer dan alleen de tanden poetsen. In principe kunnen wij hetzelfde als dierenartsen. Dierenartsen verdoven via de ader, mogen kiezen trekken en grotere ingrepen doen. Dit is vanwege de verdoving en pijnstilling. Het voordeel echter van een gebitsverzorger is dat wij dagelijks gebitten en de bijbehorende problemen zien. De meeste dierenartsen daarin tegen zien allerlei soorten dieren waardoor minder ze minder regelmatig gebitsbehandelingen doen.
Elektrisch of handmatig?
Persoonlijk heb ik er voor gekozen om de behandelingen elektrisch te doen. Ten eerste is het voor mij minder belastend op het lichaam. De diamanten schijf van de vijl is ten grootte van een 2 euro munt. Hierdoor kunnen wij heel precies werken, van voor tot achterin de mond. Ook kunnen wij de snijtanden inkorten en corrigeren. Het nadeel is wel dat het paard altijd een verdovende pasta moet hebben. Ze vinden de geluiden van de vijl nog wel eens wat spannend waardoor ze wat onrustig worden. Door de verdoving kan ik sneller en secuur werken en wat ook veiliger is voor mens en paard.