Het is heel gezond voor de merrie om tot op de laatste dag onbelaste beweging te krijgen zoals weidegang of los in de paddock. Een goede lichamelijke conditie is immers een voorwaarde voor een vlotte bevalling. Het allerbelangrijkste is dat je goed naar je paard kijkt en de signalen die zij afgeeft gebruikt om te bepalen wat ze aankan.
Houd je merrie, zeker als de uitgerekende datum nadert, goed in de gaten. Als je de volgende symptomen bij je merrie signaleert betekent het dat het veulen eraan komt:
- De banden van het kruis verslappen, het staartgebied voelt week
- De uier raakt vol
- Aan de spenen komen kegels te zitten (doorgaans start de geboorte dan binnen 24 uur)
Geeft je merrie bovenstaande signalen af, zorg dan dat je het volgende klaar of geregeld hebt:
- Een grote box met op de bodem zaagsel en daarbovenop een dik pak stro zodat merrie en veulen niet kunnen uitglijden
- Voldoende licht in de stal
- Telefoon en het telefoonnummer van de dierenarts bij de hand (vraag eventueel kennissen met ervaring of ze stand-by willen staan zodat ze hulp kunnen bieden)
- Zorg dat je merrie een halster aan heeft (mocht er onverwachts iets gebeuren, dan kan je de merrie vasthouden)
Let op: het dragen van een halster kan altijd een risico met zich meebrengen, dat de merrie ergens achter blijft haken en niet loskomt - Zorg dat je de volgende materialen binnen handbereik hebt:
-Staartbandage;
-Jodium tinctuur;
-Navelbandje;
-Wollen deken (als je merrie erg heeft gezweet);
-Emmer water, schaar en handdoeken;
-Respirot, (een verstuiver die zorgt voor extra lucht en zuurstof, bijvoorbeeld als je veulen vruchtwater heeft binnengekregen);
-Klysma (voor veulens die moeite hebben met de eerste ontlasting, vooral hengstveulens);
-Praam (voor noodgevallen bij angstige momenten)
Fokster Nanda Smit-lePoole heeft de volgende tips omtrent veulenen:
“Wanneer de merrie bevalt heeft het mijn voorkeur dat dit in de kudde buiten gebeurt, dan heeft ze veel steun aan de andere merries. Soms blijft een bevriende merrie van haar dicht in de buurt. Het stimuleert de merrie ook om snel op te staan. Dit helpt het eventuele vlies te breken en kan dus verstikking voorkomen. De overige merries komen het nieuwe veulen begroeten en zo wordt het volledig in de kudde opgenomen. In eerste instantie gaan bij mij de hoogdrachtige merries ’s nachts wel naar binnen. Wanneer ze toch binnen blijven kan ik in de tralies van de zijwanden een “raam” open zetten, zodat de merries goed contact kunnen houden. Door de meest dominante merrie naast de drachtige merrie te plaatsten, kan deze alles in de gaten houden. De stal is groot genoeg om afstand te nemen en wanneer het veulen geboren is, wordt het veulen door de merries naast haar al begroet. Hierdoor kunnen merrie en veulen met de overige merries ’s morgens direct terug de kudde in. De kudde bestaat hier uit oude ervaren merries, jeugd en net geboren veulens. Mijn ervaring is dat de paarden gezond, sterk en in balans zijn en er veel rust is in de kudde.”
Tijdens de bevalling
De meeste merries wachten met bevallen totdat er niemand meer in de buurt is. Het werkt daarom goed om een bewakingssysteem te hebben.
Als de merrie begint te bevallen en de witte blaas zichtbaar wordt, controleer dan de ligging van het veulen. Voel of de twee voorbenen en het hoofd er als eerste aan komen. Wanneer dit niet het geval is, ligt het veulen waarschijnlijk verkeerd. Zorg dan dat je merrie opstaat en bel direct de dierenarts.
Is de bevalling eenmaal begonnen en je weet dat alles goed ligt, dan kun je op een afstand meekijken, eventueel via een camera. Veel veulens worden ‘s nachts geboren. Je kunt pas weer rustig gaan slapen als het veulen gedronken heeft, de eerste ontlasting eruit is en zowel veulen als merrie tot rust zijn gekomen. Het is raadzaam om het licht in de stal aan te laten, zo schrikken veulen en merrie niet.
Mogelijk voorkomende problemen
De merrie laat het veulen niet drinken
Vooral jonge merries die hun eerste veulen krijgen, kunnen in het begin moeilijk zijn en hun veulen niet toelaten om te drinken. Zij hebben veel spanning op de uier die daardoor erg gevoelig is. Als het veulen wil drinken, kan de merrie naar het veulen slaan. Melk de merrie dan eerst, zodat de spanning afneemt (een praam kan hierbij nodig zijn). Daarna mag het veulen erbij. Zorg wel dat het veulen deze eerste belangrijke melk met noodzakelijke antistoffen (biest) binnenkrijgt, eventueel met behulp van een maagsonde of een flesje. Wanneer het veulen geen biest van de moeder kan drinken, bijvoorbeeld wanneer de merrie komt te overlijden tijdens de bevalling, dan is het van groot belang om te zorgen dat er een vervangende biestmelk gegeven wordt.
Het veulen wil niet staan
Wanneer het veulen aan de grote kant is, heeft het misschien moeite om overeind te komen. Help het veulen dan even om op te staan. Het staan zorgt voor een betere doorbloeding en het veulen kan bij de merrie gaan drinken. Blijft het veulen toch liggen dan moet de merrie gemolken worden. Zorg ook dan dat het veulen deze biest zo snel mogelijk binnenkrijgt.
De merrie krijgt last van koliek
Sommige merries krijgen koliek na de bevalling. De baarmoeder krimpt dan (te) snel samen en dit geeft flinke krampen. De merrie heeft dan behoorlijk pijn en soms moet het veulen in bescherming genomen worden tegen de moeder.
Nageboorte
Binnen 6 uur na de bevalling moet de nageboorte er geheel af zijn gekomen. Gebeurt dit niet, dan bestaat de kans op ontstekingen en hoefbevangenheid en moet de dierenarts worden ingeschakeld.
Na de bevalling
Natuurlijke reiniging baarmoeder
Zorg dat je merrie de dag na het veulenen genoeg beweging krijgt. Houd eventueel het veulen vast en jaag de merrie op. Door dit opjagen en het hinniken naar het veulen, zet de merrie druk op de baarmoeder. Hierdoor schoont de merrie zich zelf op een natuurlijke manier. De baarmoeder is hierdoor eerder schoon en dat bevordert het snel opnieuw drachtig worden.
Naar buiten
Merrie en veulen kunnen na de bevalling al snel naar buiten. Zorg dan dat het veulen ook al een halster aan heeft. Je kunt de merrie en het veulen het beste met 2 personen naar buiten begeleiden. 1 persoon houdt de merrie vast en de ander kan het veulen leiden. Wil het veulen niet meekomen, ga nooit trekken (duwen mag wel). Als je aan het veulen trekt, dan zal het zich direct laten vallen. Mocht je veulen toch vallen, dan is een zachte ondergrond het beste om beschadigingen te voorkomen. Het dragen van halsters in de weide zowel bij merrie als veulen kan risico’s met zich meebrengen.
Opnieuw insemineren
Je kunt je merrie rond de tiende dag na de bevalling weer laten insemineren. Als je merrie direct drachtig wordt, krijgt ze het jaar erop het veulen een maand eerder. Wat ook veel gebeurt, is dat merries op de twintigste dag hengstig worden gespoten. De merrie wordt dan 4 of 5 dagen erna geïnsemineerd. Het veulen zal dan weer rond dezelfde datum worden geboren als een jaar eerder.