Bestel vanaf nu je HorseFitShop artikelen op www.ej.nl

Gastblog De Groene Os: Artrose

Artrose is slijtage van het gewrichtskraakbeen. Naast deze slijtage is er ook sprake van woekeringen in het gewricht en dat gaat vaak gepaard met een bepaalde mate van ontsteking. Artrose kan aan elk gewricht in het lichaam voorkomen. 


Symptomen
Bij artrose wordt het oorspronkelijk gladde oppervlak van het kraakbeen rafelig. Dit leidt tot irritatie in het gewricht. Het gevolg is dat banden, kapsels en pezen door het vervormde gewricht ook geïrriteerd raken. Pijn, stijfheid (verminderde bewegingsvrijheid) en startpijn (pijn en stijfheid als het dier weer in beweging komt na een periode van rust) zijn de belangrijkste klachten.

Als er ook ontstekingen in het gewricht zijn merk je vaak dat een gewricht warm en dik aanvoelt. Een mens of dier voelt dan een aanhoudende pijn die ook bij rust niet veel beter wordt en waarbij echt uitrusten niet goed lukt. Dit soort pijn vraagt veel energie.

Omdat pijn energie kost zijn dieren dan vaak minder vitaal en ze kunnen ook kribbig worden.

Risicofactoren
Artrose kan verschillende oorzaken hebben. Als er meerdere gewrichten in het lichaam zijn aangedaan, kunnen er ook meerdere factoren meespelen.

  • Erfelijkheid: Genen zijn belangrijk. Bij sommige rassen komt artrose veel meer voor. Toch hoeft een bepaald genenpakket niet gelijk te beteken dat een dier ook daadwerkelijk artrose krijgt. De omgevingsfactoren zijn ook van belang. 
  • Grootte/ bouw: Bij erg grote of zwaargebouwde dieren hebben de gewrichten meer te verduren en is het risico op gewrichtsklachten groter. 
  • Overgewicht: Overgewicht is een van de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van artrose. 
  • Trauma: Door een ongeval of blessure kunnen gewrichten zo beschadigen dat er uiteindelijk artrose gevormd wordt. 
  • Overbelasting: Langdurige overbelasting en verkeerd trainen (vergeet ook verkeerde bodem of verkeerd beslag bij paarden niet) kan een overbelasting geven die op den duur tot artrose kan leiden. 
  • Onderbelasting: Te weinig bewegen is net zo slecht voor gewrichten als overbelasting. 
  • Leeftijd: Tot op zekere hoogte is gewrichtsslijtage een natuurlijk proces wat bij het ouder worden hoort. 

Wanneer is een supplement zinnig?
Ondersteunende supplementen zoals Glucosamine Complex en essentiële vetzuren zijn natuurlijk zinnig als er klachten zijn, maar kunnen ook preventief worden ingezet.

Dit kan aan te raden zijn als je naar de bovenstaande risicofactoren kijkt en daar punten herkent die op je dier van toepassing zijn. Als het risico op het ontwikkelen van artrose groot is, kan al op jonge leeftijd begonnen worden met het geven van supplementen voor gezonde gewrichten. Bij een lager risico kan gestart worden wanneer je dier ruim volwassen is, maar nog voor het de senioren leeftijd bereikt.

Wat zit er in een goed supplement?
Een uitgebalanceerd glucosamine-supplement is samengesteld uit goed opneembare vitaminen en mineralen. Enkel glucosamine voeren heeft vaak weinig zin, omdat er meerdere stoffen belangrijk zijn om gewrichten gezond te houden. Voor het beste resultaat moet het daarom ten minste gecombineerd zijn met chondroïtine, calcium, magnesium, vitamine C en MSM. Als er sprake is van ontstekingen in de gewrichten kunnen er onstekingsremmende stoffen aan worden toegevoegd zoals het kruid Boswellia serrata of het antioxidant N-acetylcysteïne (NAC).

Het (preventieve) gebruik van glucosamine-supplementen is enigszins omstreden, omdat er onvoldoende bewijs voor de werking zou zijn. Zeker in het verleden is er bij onderzoek te weinig stil gestaan bij een aantal randvoorwaarden voor een goede werkzaamheid. Bij het adviseren van een glucosamine-supplement is het, naast een goede kwaliteit van het product en de combinatie met voldoende andere stoffen, ook belangrijk dat de dosering hoog genoeg is en dat het middel trouw en langdurig gegeven wordt.

Dit heeft te maken met de langzame stofwisseling in de gewrichten én met het feit dat het lichaam veel van deze mineralen nodig heeft om daadwerkelijk effect te hebben.
Voer waar glucosamine aan is toegevoegd haalt deze hoeveelheden vaak niet, waardoor het meestal niet het gewenste effect heeft.

Essentiële vetzuren

Voor mensen en dieren zijn linolzuur en alfa-linoleenzuur essentiële vetzuren. Voor katachtigen komt daar nog arachidonzuur bij. Essentieel betekent dat het lichaam geen trucje heeft om het zelf te maken. Deze stoffen moeten dus in voldoende mate in de voeding zitten.

Essentiële vetzuren zijn belangrijk voor de structuur van celmembranen, voor de opbouw van het hersenweefsel en het netvlies en voor de vorming van prostaglandines (hormoonachtige stoffen).

Prostaglandines komen in verschillende types voor en hebben een positieve of negatieve functie in het lichaam. Ze regelen stofwisselingsprocessen zoals ontstekingsreacties, immunologische processen, bloeddruk en bloedstolling. Een voorbeeld van een ‘negatieve functie’ is het bevorderen van allergische reacties van sommige typen prostaglandine.

Het reguleren van prostaglandines en daarmee immuunreacties kan nuttig zijn bij bewegingsklachten en de preventie daarvan om ontstekingen in de gewrichten te voorkomen. Wil je meer weten over vetzuren? Lees hier het uitgebreide artikel: Een keivet artikel.

Andere preventieadviezen

Naast het preventief geven van een supplement zijn er nog meer aandachtspunten om het risico op bewegingsklachten zoals artrose te verkleinen:

  • Overgewicht voorkomen of aanpakken.
    Geef een dieet dat past bij de diersoort en zorg dat je dier niet overvoerd wordt. Als je dier gewicht moet verliezen, zal dit altijd geleidelijk en met beleid moeten gebeuren. Om tekorten te voorkomen kan een Multivitamine aan te raden zijn. Om een hongergevoel te voorkomen (daar kun je als baasje erg door op de proef worden gesteld) kun je extra vezels geven. 
  • Wees terughoudend met voer voor een snelle groei.
    Zeker voor dieren waarvan op voorhand bekend is dat ze een grote groeispurt gaan doormaken, is het niet altijd een goed idee om puppy-, kitten- of veulenvoer te geven. Hier kunnen ze nog meer van gaan groeien en bij rassen die almaar groter gefokt worden, geeft dit vaak problemen aan het bewegingsapparaat. Voldoende goed verteerbare eiwitten zijn natuurlijk wel belangrijk voor jonge dieren! 
  • Planning van castratie.
    Mannelijke dieren die vroeg gecastreerd zijn worden groter dan dieren die langer al hun geslachthormonen behouden. Dit heeft te maken met het sluiten van de groeischijven in de gewrichten. Daarnaast ontwikkelen de spieren zich minder goed. Dit zijn beide factoren voor het makkelijker ontwikkelen van klachten aan het bewegingsapparaat. Het kan dan ook zinnig zijn om de castratie, als die nodig is, uit te stellen. 
  • Balans rust en belasting.
    Zowel overbelasting als onderbelasting kunnen funest zijn. Houd hier rekening mee en zorg voor een uitgekiend trainingspatroon. 
  • Te vroeg belasten.
    Zeker bij paarden is het een groot probleem dat dieren te vroeg in training worden genomen. Gelukkig wordt hier steeds meer over bekend. Zeker om artrose te voorkomen is het belangrijk om niet te vroeg in te rijden en een jong paard ruim voldoende vrije beweging te gunnen. 

Bron: De Groene Os

Scroll naar boven