Oorzaken en symptomen
Bij diarree is de ontlasting van het veulen te dun en bevat teveel vocht. Afhankelijk van de oorzaak en ernst kan de ontlasting weinig of juist veel dunner zijn, maar ook anders van kleur worden of gaan stinken. Het veulen kan door de diarree vocht verliezen waardoor uitdroging kan ontstaan. Naast vocht verliest het ook glucose en elektrolyten. Het veulen wordt sloom en slap en zal hierdoor nog minder gaan drinken met alle gevolgen van dien.
Als de darmoppervlakte beschadigt door bijv. langdurige diarree of ziekteverwekkers dan kunnen ook eiwitten en bloed door de darmwand gaan lekken en meekomen in de ontlasting. Als bacteriën door de darmwand in het lichaam binnen kunnen treden, dan kan bloedvergiftiging (scepsis) of ontstekingen elders in het lichaam ontstaan. Door de beperkte eigen afweer hebben jonge veulens – meer nog dan bij andere dieren – een vergrote kans op complicaties zoals uitdroging en bloedvergiftiging. Veulens krijgen hun antistoffen namelijk alleen binnen bij de opname van biest in de eerste 24 uur na de geboorte.
Symptomen van diarree o.a.:
•Afwijkende ontlasting
•Uitdroging in slapte
•Koorts, bloedvergiftiging en ontstekingen
•Koliek
•Oedeem
•Kale achterhand
•Vermagering, groeiachterstand
Je begrijpt dat diarree bij veulens veel verschillende oorzaken kan hebben en dat het er teveel zijn om hier allemaal op te sommen. Globaal gezien kun je de oorzaken indelen in 2 groepen:
- Oorzaak = ziektekiemen/ziekteverwekkers (infectueuze oorzaken)
Bijv. door virussen, bacteriën en parasieten zoals de veulenworm, bloedworm of spoelworm. - Oorzaak = andere problemen (niet-infectueuze oorzaken)
Bijv. diarree tijdens de veulenhengstigheid, door een teveel aan voedingsstoffen in de nog onvoldoende ontwikkelden dikke en blinde darm, door zand.
Diagnose en behandeling
Het is voor het instellen van de juiste behandeling belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Dit is door de veelheid aan oorzaken echter niet eenvoudig. De paardenarts zal het veulen klinisch onderzoeken, eventueel aangevuld met mestonderzoek, bloedonderzoek, echo en röntgen.
Afhankelijk van de vermoedelijke oorzaak, de ernst en symptomen van de diarree zal er een behandeling worden ingesteld. Denk aan het toedienen van vocht- en elektrolyten, antibiotica bij bacteriën of een wormmiddel bij wormen. Via een infuus kan er plasma met eiwitten en antistoffen gegeven worden. Ook kunnen er beschermende middelen worden voorgeschreven om de darmwand of maagwand te beschermen.
Heeft je veulen diarree, maar is het nog fit, drinkt het goed en heeft het geen koorts, dan is intensief behandelen niet nodig. De diarree zal doorgaans vanzelf overgaan. Het veulen dient wel extra in de gaten gehouden te worden, zodat als het wel slechter gaat er tijdig ingegrepen kan worden.