Een paard met hoefkatrolontsteking heeft een ontsteking in het hoefkatrolmechanisme, doordat er een beschadiging optreedt aan het kraakbeen en het straalbeen. Hierdoor functioneert het hoefkatrol niet meer soepel, de diepe buigpees schuurt over het straalbeen, en er ontstaat irritatie. Dit gaat over in een ontsteking.
Een oorzaak van het ontstaan van hoefkatrolontsteking is een onjuiste belasting van het paard, zowel over- als onderbelasting en verkeerde belasting wordt hiermee bedoelt. Bij overbelasting kun je denken aan het zeer intensief rijden van een jong paard. Bij een paard dat veel op stal staat en weinig beweging krijgt, zal het hoefmechanisme, dat bloed in uit de hoef pompt, niet optimaal zijn werk kunnen doen. De doorbloeding verslechtert, waardoor er geen voedingsstoffen aangevoerd worden en de afvalstoffen niet kunnen worden afgevoerd. Ook het verstappen of verdraaien van de voet is een onjuiste belasting. Tevens kan de vorm of stand van de hoef zorgen voor problemen die kunnen leiden tot hoefbevangenheid. Ook wordt er gezegd dat erfelijkheid een rol kan spelen bij het ontwikkelen van hoefbevangenheid. De stand en vorm van de hoeven is voor een groot deel erfelijk bepaald. Ook een goede verzorging van de hoeven en, in het geval van ijzers, goed beslag, draagt bij aan het voorkomen van hoefbevangenheid.
Eén van de symptomen van een paard met hoefkatrolontsteking is kreupelheid, al dan niet in wisselende vormen. Zo kan het paard de ene keer aan zijn rechterbeen kreupel zijn en de andere keer aan zijn linkerbeen. Ook kan het paard aan het begin van de training kreupel lopen en later in de training niet meer of in de training kreupel lopen en na een paar dagen rust weer rad. Het kan ook voorkomen dat het paard niet duidelijk kreupel is, maar niet graag wil lopen, korter wordt in zijn bewegingen en moeite heeft met het maken van kleine wendingen. In bijna alle gevallen van hoefkatrolontsteking bevindt het zich in één of beide voorbenen.
Er wordt verschillend gedacht over de vooruitzichten van een paard met hoefkatrolontsteking. Aan de ene kant heb je mensen die zeggen dat hoefkatrolontsteking niet te genezen is en aan de andere kant wordt gezegd dat het wel degelijk te genezen is door middel van juiste bekapping en training. Wanneer hoefkatrolontsteking niet behandeld wordt, zal het sowieso verergeren. De behandeling van hoefkatrolontsteking verschilt per paard, omdat geen enkel paard in dezelfde mate of vorm hoefkatrolontsteking heeft. Wanneer hoefkatrolontsteking in een vroeg stadium wordt ontdekt, heeft het paard een grotere kans op verbetering of genezing van de aandoening. De behandeling van hoefkatrolontsteking zal vaak bestaan uit het toedienen van ontstekingsremmers en pijnstillers. Daarnaast is de juiste bekapping van de hoeven of het juiste beslag van essentieel belang. Ook zal er een revalidatieschema worden opgesteld. Bij een ernstige vorm van hoefkatrolontsteking is de kans aanwezig dat de klachten van het paard nooit meer zullen verdwijnen en niet meer geschikt is voor het doel waar hij ooit voor aangekocht was.
Loopt je paard kreupel? Raadpleeg dan een dierenarts.